Het systeem geeft op het instrumentenpaneel weer wat de maximumsnelheid is aan de hand van verkeersborden die langs de kant van de weg zijn gedetecteerd.

Deze functie maakt hoofdzakelijk gebruik van de informatie van de camera 1 op de voorruit, achter de achteruitkijkspiegel.

Afhankelijk van het land gebruikt het systeem ook informatie van een kaartabonnement om bepaalde borden (bebouwde kom, enz.) te interpreteren.

Het bord dat op het instrumentenpaneel wordt weergegeven, verandert wanneer het systeem een ander verkeersbord detecteert.

Wanneer de snelheidsbegrenzer, de snelheidsregelaar of de adaptieve snelheidsregelaar is geactiveerd, kunt u het instelpunt van de begrensde snelheid aanpassen aan de snelheidslimiet die door het systeem op het instrumentenpaneel wordt weergegeven ("Snelheidsbegrenzer" Snelheidsbegrenzer en "Snelheidsregelaar" Snelheidsregelaar).

Als de gedetecteerde snelheidslimiet wordt overschreden, wordt het verkeersbord op het instrumentenpaneel aangepast om de bestuurder te informeren.

Plaats van de camera 1

Zorg ervoor dat de voorruit niet is bedekt (door vuil, modder, condens enz.).

Bijzonderheden

Voor auto's met een kaartabonnement:

  • als de auto in een land rijdt met andere snelheidseenheden dan die van de auto, wordt het snelheidsbord weergegeven in de eenheid van het desbetreffende land, samen met de omgerekende maximumsnelheid in de eenheid van het instrumentenpaneel van de auto.
  • voor landen waar de maximumsnelheid op bepaalde soorten wegen wordt verlaagd bij regenweer, kan het systeem de gedetecteerde maximumsnelheid wijzigen enkele seconden nadat de ruitenwissers van de voorruit zijn ingeschakeld.

Voor auto's zonder een kaartabonnement: wanneer u rijdt in een land waar de snelheidseenheden verschillen van die van uw auto, kunt u handmatig de bijbehorende snelheidseenheid op het instrumentenpaneel selecteren (bijv. kilometers veranderen in mijlen) om de passende informatie te verkrijgen "Displays en meters" Displays en meters.

Opmerking:

Het systeem houdt geen rekening met uitzonderlijke snelheidsbeperkingen, bijvoorbeeld op dagen waarop de luchtverontreiniging piekt.

Werkzaamheden

Controlelampjes

12027_XJI_002_1_image.jpeg

De functie geeft de volgende waarschuwingslampjes weer:

2.

Verkeersborden met de maximumsnelheid en extra verkeersborden met de maximumsnelheid (snelheid op afrit met pijl, snelheid met een caravan, snelheidslimiet met aangegeven duur, enz.)

Als de gedetecteerde snelheidslimiet wordt overschreden, gaat er een cirkel rond het verkeersbord knipperen (waarschuwingslampje 2), vergezeld, afhankelijk van de auto, van een pieptoon die gedurende enkele seconden klinkt om u te waarschuwen. Het lampje blijft zichtbaar op het instrumentenpaneel zolang de auto de gedetecteerde maximumsnelheid overschrijdt.

tip

Kaartabonnement

Detectie van verkeersborden is gekoppeld aan een kaartabonnement.

Raadpleeg de instructies bij het multimediasysteem om het abonnement te beheren.

Als er geen abonnement is, is het systeem beperkt tot het melden van de verkeersborden die de maximumsnelheid aangeven wanneer deze door de camera worden gedetecteerd.

Het systeem houdt geen rekening meer met informatie over de kaarten. De beschikbaarheid van de maximumsnelheid kan worden beïnvloed.

Activeren/deactiveren

warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

tip

Afhankelijk van de auto en de tijdsduur na de laatste keer dat de motor is gestopt, worden de geluidswaarschuwingen opnieuw geactiveerd:

  • bij het ontgrendelen van de auto

of

  • bij het openen van een portier;

of

  • bij het opnieuw starten van de motor.

In- of uitschakelen van de geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid met knop 3 "My Safety"

  • Om de geluidswaarschuwing uit te schakelen, drukt u twee keer na elkaar op de knop 3. Het controlelampje van de toets 3 dooft;
  • Om de geluidswaarschuwing opnieuw in te schakelen, drukt u één keer op de knop 3. Het controlelampje van de toets 3 gaat aan;

De geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid in- of uitschakelen vanaf het multimediascherm 4

Zie de multimedia-instructies voor het in-/uitschakelen van de geluidswaarschuwing.

Selecteer "ON" of "OFF".

In- en uitschakelen van de geluidswaarschuwing voor te hoge snelheid via de boordcomputer 5

(afhankelijk van de auto)

  • Zet de auto stil en druk zo vaak als nodig op de schakelaar 6 om het tabblad 2_ALL_416_1_pictogramme.png  weer te geven;

of

  • druk op schakelaar 6 en herhaaldelijk op schakelaar 7 of 8 om naar het tabblad 3_ALL_038_1_pictogramme.png  te gaan;
  • druk op schakelaar 9 "OK"
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 7 of 8 om naar het menu 3_ALL_108_1_pictogramme.png te gaan en druk vervolgens op de schakelaar 9 "OK";
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 7 of 8 om naar het menu "RIJHULPSYSTEMEN" te gaan en druk vervolgens op de schakelaar 9 "OK";
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 7 of 8 om naar het menu "Waarsch. snel." te gaan en druk vervolgens op de schakelaar 9 "OK";
  • druk nogmaals op de schakelaar 9 "OK" om de geluidswaarschuwing in of uit te schakelen:
    • 2_ALL_503_1_pictogramme.png waarschuwing geactiveerd;
    • 2_ALL_502_1_pictogramme.png waarschuwing gedeactiveerd.

Verschil in maximumsnelheid of kruissnelheid

Druk op de schakelaar 10 (RES/+) of 11 (SET/˗) om de snelheidsbegrenzer, snelheidsregelaar of adaptieve snelheidsregelaar in te stellen op de waargenomen snelheidslimiet.

Tijdelijk niet beschikbaar

Als het systeem niet beschikbaar is om redenen die verband houden met de camera- of kaartgegevens, wordt het symbool 3_ALL_042_1_pictogramme.png of, afhankelijk van de auto, het symbool weergegeven op het instrumentenpaneel. Als het probleem aanhoudt, moet u een erkende dealer raadplegen.

Het systeem kan de snelheidsbeperking niet detecteren:

  • de voorruit niet schoon is;
  • de camera verblind wordt door de zon;
  • bij onvoldoende zicht (nacht, mist, enz.);
  • als de verkeersborden onleesbaar (door sneeuw, enz.) of verborgen zijn (achter een andere auto of bomen);
  • de kaartinformatie niet meer up-to-date is.

Opmerking: als de camera aan de voorkant is afgedekt, verschijnt het bericht "Camera voor geen zicht" op het instrumentenpaneel. Reinig de voorruit voor de camera.

Storingen

Als het systeem een storing signaleert, wordt 3_ALL_042_1_pictogramme.png of, afhankelijk van de auto, weergegeven op het instrumentenpaneel.

In sommige gevallen verschijnt ook het volgende bericht:

  • « Rijhulpsystemen niet beschikbaar » ;

of

  • « Controleer camera voor » ;

of

  • « Rijhulpsystemen controleren ».

Raadpleeg voor de exacte gegevens de merkdealer.

warning

Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet altijd de controle over zijn auto behouden.

De bestuurder moet altijd de snelheid aanpassen aan het verkeersreglement en aan de verkeersomstandigheden, ongeacht de aanwijzingen van het systeem.

Het systeem detecteert mogelijk niet alle snelheidsborden of interpreteert ze mogelijk verkeerd.

De bestuurder mag verkeersborden niet negeren die niet door het systeem worden gedetecteerd en moet prioriteit geven aan het naleven van de feitelijke verkeersborden en het verkeersreglement.

Bij slecht zicht (mist, sneeuw, vorst, enz.) geeft het systeem wellicht niet de juiste maximumsnelheid aan.