Met de functie My Safety kan een aantal rijhulpfuncties tegelijkertijd worden in- of uitgeschakeld.

Afhankelijk van de auto kunt u de functie "My Safety" op het multimediascherm of het instrumentenpaneel configureren door de rijhulpfuncties te selecteren die als groep moeten worden uitgeschakeld.

Werkzaamheden

12000_P1310_001_1_image.jpeg

"De modus ALL ON "

Afhankelijk van de auto, beschikt deze modus over de volgende rijhulpfuncties:

Wanneer de modus "ALL ON" is geactiveerd, gaan de controlelampjes op de knop 1 branden en wordt het bericht "My Safety All ON geselecteerd" weergegeven op het instrumentenpaneel om dit te bevestigen. De rijhulpmiddelen die in deze modus beschikbaar zijn, worden geactiveerd.

"De modus Perso "

U kunt deze modus gebruiken voor het uitschakelen of opnieuw inschakelen van bepaalde rijhulpmiddelen die beschikbaar zijn in de modus "ALL ON", indien deze eerder zijn geconfigureerd via de instellingen "My Safety Perso".

Druk terwijl het contact aan staat tweemaal achter elkaar op de knop 1 om de modus "Perso" te activeren.

De eerste keer dat u op deze knop drukt, verschijnt het bericht "Druk nogmaals My Safety Perso" op het instrumentenpaneel. Na de tweede keer drukken gaat het controlelampje op knop 1 uit. "Perso" modus is geactiveerd. Het bericht "My Safety Perso geselecteerd" verschijnt op het instrumentenpaneel.

Om terug te schakelen naar de modus "ALL ON", drukt u eenmaal op de knop 1. Het controlelampje in de knop 1 licht even op.

tip

Afhankelijk van de auto en de tijdsduur na de laatste keer dat de motor is gestopt, wordt de modus "ALL ON" opnieuw geactiveerd:

  • bij het ontgrendelen van de auto

of

  • bij het openen van een portier;

of

  • bij het opnieuw starten van de motor.

Configuratie van My Safety Perso

warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

tip

De "My Safety Perso" instellingen die zijn opgeslagen voor de modus "Perso" worden opgeslagen telkens wanneer de motor wordt ingeschakeld of wanneer de portieren worden vergrendeld.

Configuratie van het multimediascherm 2

12006_P1310_003_2_image.jpeg

Zie de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor informatie over de instellingen.

Configuratie vanaf de boordcomputer

(afhankelijk van de auto)

12000_P1310_002_1_image.jpeg

  • Druk met stilstaande auto zo vaak als nodig op de schakelaar 3 om het tabblad 2_ALL_416_1_pictogramme.png  weer te geven;

of

  • druk op knop 3 en druk herhaaldelijk op knop 4 of 5 om het 3_ALL_038_1_pictogramme.png  tabblad te bereiken;
  • druk op schakelaar 6 "OK";
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 4 of 5 om naar het menu 3_ALL_108_1_pictogramme.png te gaan, druk vervolgens op de schakelaar 6 "OK";
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 4 of 5 om naar het menu "MY SAFETY PERSO" te gaan, druk vervolgens op de schakelaar 6 "OK";
  • selecteer de rijhulpmiddelen die u wilt in- of uitschakelen vanuit de modus "Perso" door herhaaldelijk op knop 4 of 5 te drukken en druk vervolgens op de schakelaar 6 "OK".