Instellingen

11033_XJI_007_1_image.jpeg

Stoel vooruit of achteruit schuiven

Til de handgreep 1 op en houd deze vast om de stoel te ontgrendelen. Laat dan de handgreep los en controleer de vergrendeling.

Zitting hoger of lager zetten

(afhankelijk van de auto)

Beweeg de hendel 2 zo vaak als nodig is omhoog of omlaag tot de gewenste positie is bereikt.

Rugleuning verstellen

Trek de handgreep 3 omhoog en kantel de rugleuning tot de gewenste stand. Laat dan de handgreep los en controleer de vergrendeling.

Stoelverwarming

(afhankelijk van de auto)

Ontsteking aan;

  • een eerste druk op de schakelaar 4 voor de betreffende stoel activeert het verwarmingssysteem op maximaal vermogen. Beide ingebouwde waarschuwingslampjes op de schakelaar gaan branden;
  • door een tweede keer te drukken schakelt de stoelverwarming op de laagste stand in. Eén geïntegreerd waarschuwingslampje brandt;
  • druk een derde keer om de verwarming uit te schakelen.

Het systeem regelt automatisch de temperatuur voor de stoel. Als dit is ingeschakeld, bepaalt het systeem of de stoelverwarming nodig is of niet.

warning

Controleer na het afstellen of de rugleuningen goed zijn vergrendeld.

11033_XJI_008_1_image.jpeg

warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

Voor een optimale werking van de autogordels moet u de rugleuningen niet te veel achterover zetten.

Laat geen voorwerpen op de vloer (vóór de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen kunnen deze onder de pedalen terecht komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.