Er zijn twee bevestigingssystemen voor kinderzitjes: met de autogordel of met het ISOFIX-systeem.

Bevestiging met de autogordel

De autogordel moet worden afgesteld om goed te kunnen werken bij krachtig remmen of bij een botsing.

Laat de gordel lopen zoals de fabrikant van het kinderzitje voorschrijft.

Controleer altijd de vergrendeling van de autogordel door eraan te trekken en zet hem daarna zo strak mogelijk door op het kinderzitje te drukken.

Controleer of het zitje goed vastzit door het zitje naar links/rechts en naar voren/achteren te bewegen: het zitje moet stevig vast blijven zitten.

Controleer of het kinderzitje niet dwars is geïnstalleerd en niet tegen een ruit rust.

warning

Gebruik het kinderzitje niet als de autogordel daardoor kan losraken: de basis van het zitje mag niet op de gesp en/of vergrendeling van de veiligheidsgordel rusten.

warning

De veiligheidsgordel mag nooit losgemaakt worden of gedraaid zijn. Laat de gordel nooit onder de arm of achter de rug lopen.

Controleer of de gordel niet beschadigd is door scherpe randen.

Als de autogordel niet normaal werkt, kan deze het kind niet beschermen. Raadpleeg voor de exacte gegevens de merkdealer. Gebruik deze zitplaats niet zolang de gordel niet is gerepareerd.

Bevestiging met het ISOFIX-systeem

Goedgekeurde ISOFIX kinderzitjes zijn gestandaardiseerd volgens de huidige regelgeving als één van de vier onderstaande gevallen van toepassing is:

  • Universeel ISOFIX 3-punts vooruit;
  • Semi-universeel ISOFIX 2-punts;
  • voertuigspecifiek;
  • i-Size voorzien van een van de volgende onderdelen:
    • een riem die aan de derde ring van de betreffende stoel wordt vastgemaakt;
    • of een steun die op de vloer van de auto rust, geschikt voor de goedgekeurde stoel i-Size, met als bedoeling te voorkomen dat het kinderzitje beweegt bij een botsing.

Controleer in het laatste geval of uw kinderzitje geïnstalleerd kan worden door de lijst van geschikte auto's te raadplegen.

warning

Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het systeem: (gordels, ISOFIX, stoelen en de bevestigingen ervan).

Bevestig het kinderzitje met de ISOFIX-grendels als het deze heeft. Het ISOFIX systeem garandeert een gemakkelijke, snelle en veilige montage.

Het ISOFIX systeem bestaat uit 2 ringen en, in sommige gevallen, een derde ring.

warning

De ISOFIX-verankeringen mogen alleen gebruikt worden voor kinderzitjes met het ISOFIX-systeem. Bevestig nooit andere kinderzitjes, noch de gordel of andere voorwerpen op deze verankeringspunten.

Controleer of niets in de weg zit bij de verankeringspunten.

Als uw auto betrokken is geweest bij een verkeersongeluk, moet u de ISOFIX verankeringen laten controleren en het kinderzitje vervangen.

warning

nadat u een ISOFIX-kinderzitje installeert dat u hebt gekocht voor een andere auto, moet u nagaan of het geïnstalleerd mag worden. Raadpleeg de lijst van de fabrikant van het zitje met de auto's waarin het zitje gebruikt mag worden.

De twee ringen zitten achter de ritssluitingen 1 tussen de rugleuning en de zitting van de stoel en zijn te herkennen aan een 3_ALL_086_1_pictogramme.png -markering.

De derde ring 4 op elke zitplaats van de tweede rij wordt gebruikt om de bovenste riem 2 van bepaalde kinderzitjes vast te maken.

Achterstoelen

De bovenste riem 2 moet tussen de rugleuning en de hoedenplank worden geleid.

Verwijder hiervoor de hoedenplankTafeltje.

Bevestig de haak 3 aan de riem op een van de ringen 4 gemarkeerd met het symbool 3_ALL_081_1_pictogramme.png .

Trek aan de bovenste riem 2 zodat de rugleuning van het kinderzitje strak tegen de rugleuning van de autostoel aanligt.

Opmerking: gebruik de ringen met het symbool 3_ALL_081_1_pictogramme.png .

11031_P1310_019_1_image.jpeg

De derde ring 4 op elke zitplaats van de tweede rij wordt gebruikt om de bovenste riem 2 van bepaalde kinderzitjes vast te maken.

De ringen bevinden zich op de rugleuningen van de achterstoelen en zijn te herkennen aan het symbool 3_ALL_081_1_pictogramme.png .

Leid de riem tussen de rugleuning en de hoedenplank achterin (om de hoedenplank: Tafeltjete verwijderen). Bevestig de haak op een van de ringen 4.

warning

Controleer of de rugleuning van het vooruit geplaatste kinderzitje goed tegen de rugleuning van de stoel in de auto is geplaatst. In dit geval rust het kinderzitje niet altijd op de zitting van de stoel in de auto.

warning

U moet de riem van het kinderzitje aan de bijbehorende ring bevestigen.