Deze functie zorgt, afhankelijk van de uitrusting van de auto, voor het in-/uitschakelen en de afstelling van sommige functies van de auto.

Auto's met een multimediascherm 1

11020_P1310_002_2_image.jpeg

Toegang tot het instelmenu

Zie de diverse gebruiksaanwijzingen van het multimediasysteem voor informatie over de instellingen.

Selectie van de instellingen

Selecteer een menu en vervolgens de functie die moet worden gewijzigd (de weergave hangt af van de uitrusting en het land van de auto):

a) "RIJHULPSYSTEMEN":

  • Indicatorvolume.

b) "TOEGANG":

  • Bestuurdersportier ontgrendelen;
  • Portieren vergrendelen tijdens het rijden;
  • Openen/sluiten van de handsfree-modus;
  • Afstandsbediening vergrendelen/ontgrendelen bij naderen;
  • Vergrendelingsgeluid op afstand;
  • Modus stil;
  • Automatische vergrendeling;

c) "WISSEN en VERLICHTING":

  • Uitschakelvertraging;
  • Wissen in zijn achteruit;
  • Automatisch wissen voorruit;
  • Vegen na een wasbeurt.

d) "Welkom":

  • Welkom buitenkant;
  • Automatisch uitklappen van buitenspiegels;
  • Welkom interieur;
  • Automatische modus binnenlicht

Afhankelijk van de functie, selecteer:

  • "ON" of "OFF" om in of uit te schakelen,

of

  • een instelling voor het tijdstip dat de lichten worden ingeschakeld (de uitschakelvertraging).

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.

warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

Auto's zonder een multimediascherm

11020_P1310_003_1_image.jpeg

Toegang tot het menu met de instellingen op de display 2

(afhankelijk van de auto)

  • Druk met stilstaande auto zo vaak als nodig op de schakelaar 3 om het tabblad 2_ALL_416_1_pictogramme.png  weer te geven;

of

  • druk, afhankelijk van de auto, op schakelaar 3 en herhaaldelijk op knop 4 of 5 om toegang te krijgen tot het tabblad 3_ALL_038_1_pictogramme.png .
  • druk op schakelaar 6 "OK";
  • druk herhaaldelijk op schakelaar 4 of 5 om naar het menu 3_ALL_108_1_pictogramme.png te gaan, druk vervolgens op de schakelaar 6 "OK".

Selectie van de instellingen

Navigeer met behulp van de knop 4 of 5 om de functie te selecteren die moet worden gewijzigd en druk op de knop 6 "OK"om te bevestigen (weergave kan variëren naargelang de uitrusting van de auto en het land):

a) "INSTRUM.PANEEL":

  • Taal;
  • Eenheid;

b) "VOERTUIG":

  • Wissen van de achterruit bij achteruitrijden;
  • Automatische wissen van de voorruit;
  • Druppel-wisfunctie voor/achter;
  • Welkom buitenkant;

c) "PARKEER ASSIST.":

  • Pieptoonvolume

d) "RIJHULPSYSTEMEN":

  • Volume waarschuwingsgeluid bij verlaten rijstrook;
  • Waarschuwingsgevoeligheid bij verlaten rijstrook;
  • Waarschuwingstrilling bij verlaten rijstrook;
  • Gevoeligheid rijstrookassistent;
  • Dodehoek:
  • Actief remmen;
  • Snelheidswaarschuwing;
  • Afstandwaarschuwing;
  • ...

e) "VERLICHTING":

  • Automatische modus binnenlicht;
  • Automatische uitschakelvertraging;
  • Uitschakelvertraging: XX seconden.

f) "TOEGANG":

  • Portieren vergrendelen tijdens het rijden;
  • Openen/sluiten in handsfree modus;
  • Alleen bestuurdersportier ontgrendelen;
  • Automatisch opnieuw vergrendelen;
  • Stil vergrendelen;
  • Automatisch openen/sluiten;
  • Automatisch uitklappen van buitenspiegels;

g) "RESET".

2_ALL_503_1_pictogramme.png functie ingeschakeld

2_ALL_502_1_pictogramme.png functie uitgeschakeld

Als de regel is geselecteerd, drukt u op de schakelaar 6 "OK" om de functie te wijzigen:

Als u een van de keuzes "PARKEER ASSIST." en vervolgens "VOLUME" of "INSTRUM.PANEEL" en vervolgens "TAAL" selecteert, krijgt u opnieuw een selectie (geluidsvolume van de parkeerhulp of taal van het instrumentenpaneel). Bepaal in dat geval uw keuze en bevestig deze door op de schakelaar 6 "OK", te drukken, de geselecteerde waarde wordt weergegeven met een 2_ALL_503_1_pictogramme.png voor de regel.

Om het menu te verlaten, drukt u op 4 of 5 om naar "TERUG" te gaan en bevestigt u uw keuze door op 6 "OK" te drukken. Het kan nodig zijn dit een aantal keren te herhalen.

tip

Het menu voor het personaliseren van de instellingen van de auto kan niet gebruikt worden tijdens het rijden. Boven 20 km/u schakelt het display van het instrumentenpaneel automatisch terug naar de boordcomputer.