Uw audiosysteem is uitgerust met een USB-poort en met een Bluetooth®-aansluiting die kan worden gebruikt om externe audiobronnen aan te sluiten.

Opmerking: de aux-audiobronnen kunnen de indeling MP3, WMA of AAC hebben.

USB Verbinding

-aansluiting

Sluit de stekker van de MP3-speler, de draagbare digitale audiospeler of van het USB-station aan op de USB-poort.

Zodra het apparaat is aangesloten, wordt de afgespeelde track automatisch weergegeven.

Gebruik

Zodra de externe audiobron wordt aangesloten, wordt de eerste audiotrack automatisch afgespeeld.

Het audiosysteem start automatisch het laatst afgespeelde nummer opnieuw als de externe audiospeler eerder op het audiosysteem was aangesloten.

Zodra de externe audiobron wordt aangesloten, is de inhoud toegankelijk via de menu's van het multimediasysteem. Er worden afspeellijsten opgeslagen die identiek zijn aan die van uw externe audiospeler.

Toegang verkrijgen tot de inhoud van de externe audiobron via uw audiosysteem:

  • druk op om terug te keren naar de afspeellijst;

of

  • Draai op de schakelaar op het stuurwiel of druk of om door de nummers te bladeren.

Om vervolgens de huidige afspeellijst te wijzigen:

  • druk op om de mappen of selectiecriteria weer te geven. Druk nogmaals op om terug te keren naar de vorige map

of

  • druk op om de map of afspeellijst te selecteren of naar het geselecteerde nummer te luisteren.

Laden met de USB-poort

Zodra de USB-stekker van de draagbare digitale audiospeler of telefoon wordt aangesloten op de USB-poort van het audiosysteem (in de buurt van de bestuurdersstoel in het interieur), is het mogelijk om de batterij tijdens het gebruik op te laden of het laadniveau te behouden.

Opmerking: sommige apparaten worden niet opgeladen of houden het oplaadpercentage van de batterij niet op peil wanneer ze zijn aangesloten op de USB-poort van het audiosysteem.

Audiobestanden afspelen via Bluetooth®

Als u de draagbare digitale audiospeler Bluetooth® wilt gebruiken, moet u deze bij het eerste gebruik koppelen met de auto Een telefoon koppelen/ontkoppelen.

Door het koppelen kan het audiosysteem een draagbaar digitaal Bluetooth®-apparaat herkennen en opslaan.

Opmerking:

  • Als uw Bluetooth® draagbare digitale audioapparaat is uitgerust met de functies voor telefoon en draagbare audiospeler, worden na het koppelen van een functie automatisch de andere functies ook gekoppeld;
  • het aantal functies dat beschikbaar is, is afhankelijk van het type draagbare digitale audiospeler en de compatibiliteit ervan met het audiosysteem.

Verbinding met de auto

Het draagbare digitale audioapparaat moet via Bluetooth®a of USBb worden aangesloten op het audiosysteem om toegang te krijgen tot alle functies.

warning

Bedien het draagbare audioapparaat alleen als de verkeersomstandigheden dat toelaten.

Berg de audiospeler op tijdens het rijden (risico van vallen bij krachtig remmen of bij een botsing).

Ga als volgt te werk voor een reeds gekoppeld apparaat:

  • audioverbinding Bluetooth® activeren
  • schakel uw telefoon of de Bluetooth®-verbinding van het draagbare digitale audioapparaat in en maak het zichtbaar voor andere apparaten (raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van uw apparaat);
  • selecteer de audiobron Bluetooth® door herhaaldelijk te drukken op ;
  • selecteer de externe audiospeler of de telefoon waarmee u verbinding wilt maken via Bluetooth® uit de apparaten die worden gedetecteerd door het multimediasysteem.

Gebruik

De draagbare digitale audiospeler moet zijn verbonden met het audiosysteem om toegang te krijgen tot alle functies ervan.

Opmerking: de draagbare digitale audiospeler kan niet worden verbonden met het audiosysteem tenzij deze al gekoppeld is.

Zodra de draagbare digitale audiospeler Bluetooth® wordt aangesloten, kunt u deze bedienen via het audiosysteem.

Zodra de externe audiobron wordt aangesloten c, wordt de eerste audiotrack automatisch afgespeeld d.

Druk op op het stuur om terug te keren naar de afspeellijst e.

Druk op of om door de nummers te bladeren.

Om terug te gaan naar het afspeelscherm d, drukt u op of wacht u even tot de afspeellijst automatisch verdwijnt.

Opmerking: de beschikbaarheid van functies is afhankelijk van het type draagbare digitale audiospeler en de compatibiliteit ervan met het audiosysteem.

" MIX  " afspelen in willekeurige volgorde

Houd ingedrukt om alle nummers in de map in willekeurige volgorde af te spelen.

Het controlelampje "MIX " indicator light f verschijnt op het scherm. Een track wordt direct op willekeurige wijze gekozen. De overgang van track tot track gebeurt willekeurig.

Druk opnieuw lang op om afspelen in willekeurige volgorde uit te schakelen: het controlelampje "MIX " indicator light f verdwijnt.

Als u het audiosysteem uitschakelt, wordt het willekeurig afspelen uitgeschakeld.

Herhaal "RPT"

Met deze functie kunt u een afspeellijst herhalen.

Druk kort op om de herhaalfunctie voor de hele afspeellijst in te schakelen.

Het controlelampje "RPT " g verschijnt op het scherm.

Druk opnieuw kort op om het huidige nummer te herhalen: "1" h verschijnt op het controlelampje "RPT".

Druk opnieuw kort op om de herhalingsfunctie uit te schakelen: het controlelampje "RPT " g verdwijnt.

U kunt ook deze afspeelopties gebruiken: selecteer in het hoofdmenu de wereld "Media" en vervolgens de bron USB.

warning

Bedien het draagbare digitale audioapparaat alleen als de verkeersomstandigheden dat toelaten.

Berg de draagbare digitale audiospeler op tijdens het rijden (risico dat deze valt bij krachtig remmen of bij een botsing).

Geluidsweergave onderbreken/pauze

Druk kort op om het geluid te dempen of de audiotrack te pauzeren.

Druk kort opnieuw op of gebruik de volumeregeling om het dempen van het geluid op te heffen of het afspelen van de audiotrack te hervatten.

Het geluid van het audiosysteem wordt automatisch geactiveerd bij het wijzigen van bronnen of tijdens nieuwsuitzendingen.