Boordcomputer A of B

Afhankelijk van de auto kunnen de volgende functies in zone 5 worden weergegeven. Selecteer de functies door herhaaldelijk op schakelaar 2 of 3 te drukken:

  • kilometerteller:
  • reisgegevens;
  • informatiemeldingen;
  • storingsboodschappen (met betrekking tot het 1_ALL_036_1_pictogramme.png waarschuwingslampje);
  • waarschuwingen (met betrekking tot het 1_ALL_040_1_pictogramme.png waarschuwingslampje).
  • ECO monitor;
  • afhankelijk van de auto, energiestroom;
  • hellingen en kompas van de auto;
  • informatie van de begeleiding;
  • media-informatie (alleen instrumentenpaneel A).

Zone 4 is aanpasbaar met schakelaar 1 en geeft de volgende functies weer:

  • toerenteller of, afhankelijk van de auto, laadmeter;
  • rijhulpsystemen;
  • Navigatie (alleen instrumentenpaneel A).

Selecties voor weergave in zone 5

(het display hangt af van de uitvoering van de auto en het land):

f) Ritoverzicht, storings- en informatieberichten;

b) Gegevens van de reis:

  • het gemiddeld verbruik;
  • huidig verbruik;
  • geschat bereik met resterende brandstof;
  • kilometerteller:
  • Gemiddelde snelheid
  • gemiddeld LPG-verbruik;
  • geschatte actieradius met de overgebleven LPG;
  • LPG-afstand

c) dagteller met het totale aantal afgelegde kilometers en de gemiddelde snelheid;

d) reset van de bandenspanning;

e) onderhoudsinterval:

  • Onderhoudsinterval
  • afstand tot olieverversing.

f) geschat bereik met de resterende reagens;

g) ECO monitor;

h) afhankelijk van de auto, energiestroom;

i) hellingen en kompas van de auto;

j) informatie van de begeleiding;

k) media-informatie (alleen instrumentenpaneel A);

l) koelvloeistoftemperatuurmeter (Hybrid auto).

Resetten van de dagteller en ritinstellingen (resetknop)

Zorg ervoor dat een van de ritinstellingen wordt weergegeven en druk op schakelaar 2 of 3 totdat de weergave naar nul wordt gereset.

Betekenis van de waarden gedurende de eerste paar kilometer na een nulinstelling

De waarden van gemiddeld verbruik, bereik en gemiddelde snelheid worden stabieler en nauwkeuriger naarmate de afgelegde afstand vanaf de laatste nulinstelling groter wordt.

De eerste kilometers na een nulinstelling kunt u constateren dat de actieradius toeneemt tijdens het rijden.

Dit komt doordat rekening wordt gehouden met het gemiddeld verbruik sinds de laatste nulinstelling.

Maar het gemiddeld verbruik kan afnemen als:

  • de auto met een constante snelheid rijdt;
  • de motor zijn bedrijfstemperatuur bereikt (nulinstelling bij koude motor);
  • u vanuit druk stadsverkeer op de buitenweg komt.

Automatische nulinstelling van de gegevens van de reis

De nulinstelling gebeurt automatisch als één van de gegevens zijn maximale waarde bereikt.