keuze van de bevestiging van het kinderzitje

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Er zijn twee bevestigingssystemen voor kinderzitjes: met de autogordel of met het ISOFIX-systeem.

Bevestiging met de autogordel

De autogordel moet worden afgesteld om goed te kunnen werken bij krachtig remmen of bij een botsing.

Laat de gordel lopen zoals de fabrikant van het kinderzitje voorschrijft.

Hoofdstuk

Algemeen

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Vervoer van kinderen

U dient zich te houden aan de wetgeving van het land waarin u zich bevindt.

Het kind moet, net als een volwassene, altijd correct zitten en zijn vastgemaakt, ongeacht het traject. U bent verantwoordelijk voor de kinderen die u vervoert.

Hoofdstuk

Aanvullende veiligheidsvoorzieningen

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Hier volgt een aantal aanwijzingen om elke belemmering bij het opblazen van de airbag of verwonding door rondvliegende voorwerpen te voorkomen.

Hoofdstuk

Veiligheidsvoorzieningen bescherming zijkant

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Zijdelingse Airbags

(afhankelijk van de auto)

Deze airbag zit aan de kant van het portier in de rugleuning van elk van de voorstoelen en ontplooit zich om de inzittenden te beschermen bij een zware aanrijding tegen de zijkant.

Hoofdstuk

Aanvullende veiligheidsvoorzieningen achterin

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Afhankelijk van de auto, kunnen deze bestaan uit:

  • Gordelspanners in het oprolmechanisme (gordels aan de zijkant);
  • Krachtbegrenzers voor bescherming van de borstkas.

Deze voorzieningen worden gelijktijdig of afzonderlijk, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, geactiveerd bij een frontale botsing.

Afhankelijk van de ernst van de aanrijding, kan het systeem het volgende veroorzaken:

Hoofdstuk

AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Afhankelijk van de auto, kunnen deze bestaan uit:

  • gordelspanners van het oprolmechanisme van de autogordel voorin;
  • krachtbegrenzers voor de bescherming van de borstkas;
  • airbags bestuurder en passagier voorin

Deze voorzieningen worden gelijktijdig of afzonderlijk, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, geactiveerd bij een frontale botsing.

Hoofdstuk