Neerklappen van de stoel A or de bank B

  • Zet de voorstoelen naar voren;
  • Steek de gesp van de achtergordel in de houder 1;
  • zet de hoofdsteunen omlaag Hoofdsteun achter;
  • trek aan het lipje 2;
  • klap de rugleuning op de zitting;
  • zet de stoel omhoog tot hij verticaal staat.

13008_RJI_002_1_image.jpeg

warning

Controleer bij het verplaatsen van de stoelen achter of de verankeringspunten schoon zijn (vrij van steentjes, doeken, speelgoed, enz.).

warning

Controleer de plaats en werking van de autogordel achterin na het kantelen van de achterbank.

De stoel A of bank B terugzetten

  • Laat de bank zakken tot deze is vergrendeld;
  • Zet de rugleuningen weer omhoog;
  • controleer of de zittingen en de rugleuningen goed vergrendeld worden.
warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

Beperking voor het gebruik

warning

Wanneer op een van de achterstoelen van de tweede rij een passagier zit, is het verboden om te rijden terwijl de andere stoel van de tweede rij neergeklapt is.

Verwondingsgevaar

warning

Controleer, om elk risico van verwondingen te voorkomen, of niemand zich in de buurt van de bewegende delen bevindt.

warning

Let op dat de rugleuning van de stoel goed vergrendeld wordt. Verwijder indien nodig de belemmering aan de achterkant. Herhaal dit totdat de stoel goed vergrendeld is.

warning

Controleer na het terugkantelen van de rugleuning of deze weer goed is vergrendeld.

Let op bij het gebruik van een stoelhoes, dat deze de vergrendeling van de rugleuning niet belemmert.

Let op de juiste stand van de autogordels.

Plaats de hoofdsteunen terug.