Versnellingshendel.

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Inschakelen achteruitversnelling

12037_XJI_004_1_image.jpeg

(bij stilstaande auto)

Auto met een handgeschakelde versnellingsbak schakel de stand Neutraal en daarna Achteruit in.

Hoofdstuk

Functie Stop and Start

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Dit systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik en vermindert de uitstoot van broeikasgassen. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de auto begint te rijden. Tijdens het rijden zet het systeem de motor af (op stand-by) wanneer de auto stilstaat (file, voor een stoplicht enz.).

Omstandigheden waarbij de motor op stand-by wordt gezet

de auto heeft na de laatste stilstand gereden.

Voor auto’s met automatische versnellingsbak:

Hoofdstuk

Contactslot bij auto's met een sleutel.

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Stand "Stop en stuurslot actief" A .

Als u de sleutel 1 uit het slot trekt en het stuur draait, hoort u een klik: de stuurinrichting is nu vergrendeld.

U zet het stuurslot vrij door het stuur en de sleutel iets heen en weer te bewegen.

Stand "aan" B

Het contact staat aan.

  • Benzinemotor: u kunt nu starten.
  • Dieselmotor: de motor wordt voorverwarmd.

Stand "Start" C

Hoofdstuk

Inrijden

<?xml version="1.0" standalone="yes"?>

Benzinemotor

Rijd de eerste 1000 km niet sneller dan 130 km/uur in de hoogste versnelling en laat de motor met niet meer dan 3000 tot 3500 omw/min draaien.

Pas na ongeveer 3000 km zult u over het volle vermogen van de motor kunnen beschikken.

Onderhoudsbeurten: raadpleeg het onderhoudsboekje van de auto.

Hoofdstuk