Dacia Sandero
Afstellen van het stuurwiel
Afhankelijk van de auto is de diepte van het stuurwiel verstelbaar.
Duw de hendel 1 naar beneden en zet het stuur in de gewenste stand, til vervolgens de hendel op om het stuur te vergrendelen.
Controleer of het stuurwiel goed is vergrendeld.
warning
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
Stuurbekrachtiging
Rijd nooit met een accu die niet genoeg geladen is.
Bijzonderheid
Bij een accustoring (losgekoppelde of lege accu enzovoort) moet, afhankelijk van de auto, de stuurbekrachtiging worden gereset. Dat doet u zo:
- zet de auto stil en op een vlakke ondergrond;
- start de moto met alleen de bestuurder in de auto: het waarschuwingslampje
en/of, afhankelijk van de auto, het bericht "Draai het stuur max R naar L" verschijnt op het instrumentenpaneel; - draai het stuur volledig naar links en vervolgens naar rechts en oefen kracht uit wanneer het bij de stop aankomt. Zet de motor af en wacht ongeveer een minuut. Wanneer de motor de volgende keer start, wordt het controlelampje en/of, afhankelijk van de auto, de melding uitgeschakeld.
tip
Laat het stuurwiel niet in een uiterste stand gedraaid staan als de auto stil staat.
Bijzonder kenmerk van de Stop and Start
(afhankelijk van de auto)
Wanneer de motor op stand-by wordt gezet, werkt de stuurbekrachtiging niet. De stuurbekrachtiging wordt opnieuw ingeschakeld wanneer de motor opnieuw wordt gestart of de snelheid meer dan ongeveer 1 km/u bedraagt (afdaling, helling enz.).
tip
Bij stilstaande motor of bij een storing in het systeem blijft het mogelijk het stuurwiel te draaien. Er moet meer kracht gezet worden.
warning
Zet nooit de motor af tijdens het rijden: bij uitgeschakelde motor is er geen bekrachtiging.